Thema 9: financieel management dag 2

Jun 15

Thema 9: financieel management dag 2

Vandaag de laatste dag financieel management, wat betekent ook de laatste dag Jeroen de Bruin. We kijken eerst even terug naar de vorige opleidingsdag en een ieder vertelt wat hij/zij de afgelopen weken heeft beleefd. Goed en heftig om te merken dat iedereen veel meemaakt, zowel positief als negatief. Het blijft een dynamische groep.

Als eerste neemt Jeroen ons mee door het Lumpsum stelsel, het bekostigingssysteem waarmee scholen geld van de overheid krijgen. Voor leerlingen in de onderbouw ontvangt een school meer geld dan voor een leerling in de bovenbouw. Dit stamt nog uit de tijd dat het Ministerie de klassen klein wilde houden. Daarnaast krijgt een school nog een toeslag wanneer zij meer gewichtenleerlingen heeft en eventueel een toeslag voor een kleine school of een nevenvestiging.

Een school krijgt een vast bedrag plus een bedrag per leerling, gewogen of ongewogen. Daarnaast krijgt een school een bedrag per leerkracht, dit wordt berekend aan de hand van een gewogen gemiddelde leeftijd. Ook krijgt een school materiële bekostiging, dit staat allemaal in een programma van eisen. Er zijn ook overige (incidentele) geldstromen, zoals voor leraren in opleiding en stagiaires, subsidies voor cultuur en sport, bestemmingbox (extra geld voor taal en rekenen) en prestatiebox (voor professionalisering, opbrengstgericht werken en cultuur).

Elke school maakt een eigen meerjarenbegroting waar personeel, materieel, meubilair en onderhoud in genoemd staan en waarin meerdere jaren vooruit begroot wordt. Dit stuk  financieel management is het geheel van activiteiten, processen en spelregels dat ervoor moet zorgen dat een organisatie middelen zo inzet dat ze haar doelstelling behaalt. Hiervoor worden zes stappen genoemd:

  1. Vertalen van doelstelling (beleid) in financiële consequenties
  2. Beoordelen van deze consequenties op hun aanvaardbaarheid
  3. Opstellen van definitieve ramingen en omzetten in budgeten
  4. Bewaken van de inzet van middelen
  5. Afleggeen van verantwoording over toewijzing en inzet van middelen
  6. Evalueren van de inzet van middelen op effectiviteit en efficiënte (opbrengsten)

Hierna gaan we dieper in op de jaarrekeningen van school en stichting. Begrippen als balans, eigen vermogen, liquiditeit, rentabiliteit en solvabiliteit komen aan bod. Veel is samen te vatten in kengetallen. Dit zijn ‘kale cijfers’ die feitelijke en vergelijkende informatie geven over de huidige situatie of hoe er financieel gepresteerd is. Daarnaast zijn er nog stuurgetallen. Dit zijn getallen waar een doelstelling aan verbonden is.

Kengetallen zijn een middel om te vergelijken, te signaleren en te analyseren. Ze geven beperkte informatie en je kan ze alleen gebruiken voor hoofdzaken en op het juiste niveau. Daarnaast geven ze inzicht over meerdere jaren. Je gebruikt kengetallen voor verantwoording, ontwikkeling van de school, signalering of het goed of slecht gaat op financieel gebied en je kan de cijfers gebruiken voor een vergelijking met andere scholen.

Jeroen legt uit waarom het van belang is om een goed management informatie systeem te hebben. Wat zijn de zaken die er voor jouw school echt toe doen en hoe volg je deze zaken? Ga tevens na hoe vaak je de gegevens up to date brengt en aan wie je de gegevens moet overleggen.

Al met al weer een boeiende dag. Bedankt Jeroen, we zijn weer een stuk wijzer.

468 ad

Leave a Reply

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Twitter Users
Enter your personal information in the form or sign in with your Twitter account by clicking the button below.

Twitter Tweet This