Thema 4 Onderwijskundige en pedagogische innovaties

Jan 13

Thema 4 Onderwijskundige en pedagogische innovaties

Het was alweer een tijdje geleden dat we naar Zwolle mochten afreizen voor het volgende thema. Niet zo verwonderlijk dat we er allemaal weer even in moesten komen. Desalniettemin was docente Charlotte Epskamp top voorbereid op deze drukke dag. Computers waren aangesloten met de juiste snoertjes, dus met volle moed gingen we er weer tegenaan. Maar wel met de waarschuwing dat het een intensieve dag kon worden.

Zoals het thema al aangeeft gaan we vandaag ontdekken wat de onderwijskundige en pedagogische innovaties zijn. Te beginnen met wat nu eigenlijk een onderwijsvisie/schoolconcept inhoudt. Kort gezegd is dit een geheel van meer of minder uitgewerkte principes, ideeën en idealen voor de richting die een school geeft aan het doel, inhoud, organisatie en werkwijze. In de visie, die in het schoolplan uitgewerkt wordt, staan de doelstellingen en worden de onderwijskundige, didactische en pedagogische uitgangspunten concreet gemaakt. Natuurlijk moet deze visie uniek zijn voor elke school, je wilt je toch graag onderscheiden van andere scholen. Eigenlijk moet je alles wat je doet op je school vanuit de visie kunnen ‘.

Ter voorbereiding op deze dag moesten we op zoek gaan naar een aantal onderwijsconcepten en uitzoeken welke visie eraan ten grondslag ligt. Lang leve het internet, want ik heb er heel wat op gevonden. Naast de traditionele scholen zijn er nieuwe vormen als Montessori, Jenaplan, Dalton, Freinet en Vrije School. Daarnaast zijn er ook veel experimentele innovaties als: natuurlijk leren, zin in leren, Iederwijs, zelfstandig leren, vraaggestuurd leren en ga zo maar door. Op wikipedia vind je onder ‘het nieuwe leren’ heel veel informatie. Het zou hier ondoenlijk zijn om alles tot in detail te omschrijven en te behandelen.

Leerconcepten kan je indelen in een vijftal types:

  1. Onderwijzen: de leerling is zich bewust van het leerproces, zeer leerkracht gestuurd.
  2. Geleid leren: de leerling is zich bewust van het proces, voert uit, vooral leerkracht gestuurd.
  3. Begeleid leren: de leerling kiest uit aangeboden opties, leerkracht en leerling gestuurd.
  4. Zelfstandig leren: de leerling kiest een organiseert het proces, vooral leerling gestuurd.
  5. Open leren: de leerling kiest inhoud, vorm en tempo, zeer leerling gestuurd.

Hierna wordt er ingegaan op innovaties op een school en wat deze voor consequenties hebben voor de school, leerkrachten (vaak ook persoonlijk) en schoolleider. Voor de schoolleider is het belangrijk om keuzes te durven maken, het proces te bewaken en het personeel gemotiveerd te houden. Hij moet aandacht blijven besteden aan elke schil van de vernieuwing en hij moet zich blijven verdiepen in het onderwijs; dit maakt hem een onderwijskundige leider.

Een grote vernieuwing in het onderwijs is het transformationeel leiderschap. Dit is een leider die het vermogen heeft veranderingen tot stand te brengen. Hij betrekt en motiveert leerkrachten bij innovaties. Het gaat bij dit type leiderschap om drie zaken:

  1. Het is visie gestuurd.
  2. Het ondersteunt individuele leerkrachten door recht te doen aan hun behoefte en gevoelens.
  3. Het treedt op als intellectuele stimulator.

Dit soort leiders weet leerkrachten uit te dagen om zich professioneler te ontwikkelen, zodat de hele school ervan kan profiteren. Via de cultuur van de school heeft de transformationele leider invloed op zijn school.

Daarnaast is er ook het zogenaamde onderwijskundige leiderschap. Dit is gericht op het direct leren en doceren. Dit zijn leiders die zich actief bezig houden met het onderwijs dat gegeven wordt op school en met de wijze waarop dit gebeurt.
Beide leiderschappen kunnen heel goed samengaan en het blijkt dat ze gecombineerd beter in staat zijn om innovaties door te voeren op een school. Schoolleiders die hoog scoren op transformationeel leiderschap, doen dat vaak ook op onderwijskundig leiderschap; andersom schijnt dat niet op te gaan.

Over bovenstaande leiderschapsstijlen heb ik gelezen in hoofdstuk 3 van ‘Onderwijsinnovatie: geen verzegelde lippen meer’, van Dolf van den Berg. Het is een leuk boek om te lezen, maar hoofdstuk 1 moet je snel overslaan!

Na dit uitstapje neemt Charlotte ons mee naar ‘mentale modellen’, dit zijn beelden, veronderstellingen en verhalen die we met ons meedragen. Ze hebben betrekking op onszelf, andere mensen, ons werk en allerlei aspecten van de wereld (quote Peter Senge).
Mentale modellen bepalen hoe en wat we zien, ze leiden ons denken en gedrag, maken dat we onze veronderstellingen en gevolgtrekkingen als feiten gaan zien, ze zijn altijd incompleet, beïnvloeden de resultaten die we halen en versterken zichzelf daarmee en ze gaan vaak langer mee dan nuttig is. Een leuk voorbeeld is altijd: iemand waarvan gezegd wordt dat hij/zij heel streng is en waar niet mee te werken valt, terwijl hij/zij in de praktijk eigenlijk heel leuk, aardig en goed in zijn/haar vak is.
Een mentaal model is altijd gestoeld op het 5-G model:

  1. Gebeurtenis: er gebeurt iets waar je direct mee te maken hebt.
  2. Gevoel: je hebt een bepaald gevoel bij de opmerking (positief of negatief).
  3. Gedachte: je gevoel bepaalt je gedachte.
  4. Gedrag: je gedrag past zich onmiddellijk aan aan je gedachte.
  5. Gevolg.

In de middag wordt er ingegaan op High Performance Schools een actuele ontwikkeling in Nederland. Dit zijn scholen waar kinderen uitgedaagd worden om het beste uit zichzelf te halen. Met innovatieve leerkrachten en beproefde materialen en middelen worden kinderen opgeleid tot wereldburgers. Kenmerken van deze scholen zijn:

  • Excellent onderwijs.
  • Focus op leerlingenprestaties.
  • Uitstekende docenten en schoolleiders.
  • Er heerst een innovatieve cultuur.
  • Zij creëren een maatschappelijke meerwaarde.

De high performance school ziet onderwijs als sleutel tot economische groei, welzijn en gezondheid en richt zich op het verwerven van leerrendement, op toekomstgerichte lifetime skills (excellente beheersing van basisvaardigheden, verantwoordelijkheid nemen voor eigen leerproces, probleem- en oplossingsgericht kunnen denken, kunnen samenwerken, waarden- en omgevingsbewust kunnen leven).

Er zijn 6 dingen heel belangrijk om veranderingen te bewerkstelligen en ontwikkelingen in de richting van  bijv. een excellente school te stimuleren:

–       er moet een duidelijke focus zijn.
–       er moeten hoge verwachtingen zijn op elk niveau: leerkrachten, leerlingen, directie ed.
–       gedeeld leiderschap: betrek je mensen erbij, verdeel taken, zet mensen zodanig in, dat zij hun capaciteiten maximaal kunnen benutten.
–       PLC = Professional Learning Community, = professioneel leergemeenschap
–       PDSA = plan do study act = identify, define, explore, select, implement, review

Continous Improvement = Mix van handelingswerken, passend onderwijs, opbrengst gericht werken. Dit begint bij Ground Rules (regels die je samen met de kinderen maakt wordt door de groep gemaakt)

–       mission statement, waar streef jij het hele schooljaar naar
–       meetbare concrete doelen stellen, op groepsniveau en individueel niveau
–       doelen staan aan de data- muur, uit onderzoek blijkt dat het aan de wand hangt krijgen kinderen meer leerwinst
–       portfolio’s staat data verzameld die kinderen hebben behaald
–       oudergesprekken gevoerd over zo’n portfolio, het kind leidt het oudergesprek
–       groepsbijeenkomst

Als laatste onderwerp staat Valueframing op de agenda. Het is een middel om communicatie problemen binnen teams te analyseren en te verbeteren. Value staat voor waarde, framing voor het proces dat zich afspeelt in de hersenen (vooroordeel) en reframen staat voor het veranderen van de manier waarop we tegen de wereld aankijken. Met valueframing kan je je doelgroep lezen en je eigen verborgen communicatie begrijpen en de boodschap die je uitdraagt. Je gaat dan van impliciete communicatie  naar expliciete communicatie. Impliciete communicatie is communicatie waar eigenlijk een andere vraag of behoefte onder ligt.

Als laatste wordt er ingegaan op Spiral Dynamics (management drives), met als zinsspreuk: als je goed luistert zie je dat alles een kleur heeft. Er zijn vele manieren om je eigen drijfveren te analyseren om deze te kunnen inzetten om anderen, teams en organisaties beter te laten functioneren. Het voert hier te ver om alle kleuren nader te omschrijven en te behandelen, maar voor de geinteresseerde: ik heb toch wel veel oranje en rode waarde!

Dan nog een paar tips en links:

–       rondleiding bij Microsoft voor schoolteams schijnt zeer interessant te zijn
–       filmpje van koefnoen over de nieuwe generatie leerlingen
–       filmpje over de Sudburyschool uit Driehuis wat een prive school is en die zeer democratisch met elkaar om gaan, zelfs het salaris van de directeur wordt door de leerlingen bepaalt
–       IPC

 

 

468 ad

Leave a Reply

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Twitter Users
Enter your personal information in the form or sign in with your Twitter account by clicking the button below.

Twitter Tweet This