Thema 2 Wet en regelgeving

Een totaal nieuw onderwerp gegeven door Krista te Mebel. We maken eerst kennis met elkaar en behandelen een paar casussen. Daarna behandelt en legt Krista een aantal wetten uit; het belangrijkste daarin is Artikel 23 van de Grondwet: vrijheid van onderwijs en de financiële gelijkstelling tussen openbaar en bijzonder onderwijs. Ze behandelt hierbij de schoolstrijd vanaf 1795, de Franse bezetting en de grondwetsverandering in 1848, toen er vrijheid van onderwijs kwam.

Daarna behandelt ze de verschillen tussen openbaar onderwijs en bijzonder onderwijs. Het openbaar onderwijs wordt door de overheid opgericht, onderhouden en/of bestuurd. Het heeft geen godsdienstige of anderszins levensbeschouwelijke richting als grondslag, het is voor iedereen toegankelijk en van ouders wordt verwacht dat zij de uitgangspunten van de school respecteren.

Het bijzonder onderwijs wordt door anderen dan de overheid bestuurd, geeft vorm aan een bepaalde levensbeschouwing of maatschappelijke visie en van ouders wordt verwacht dat zij de uitgangspunten van de school onderschrijven. Bijzonder onderwijs is niet hetzelfde als speciaal onderwijs.

Hierna wordt er ingegaan op de Algemene Wet Gelijke Behandeling. Deze verbiedt het maken van onderscheid op grond van verschillende persoonsgebonden kenmerken als godsdienst, levensovertuiging, ras, geslacht en dergelijke. Wie betwijfelt of hij/zij wel gelijk behandeld wordt, kan naar de commissie voor gelijke behandeling gaan (cgb). Dit is een onafhankelijk college dat beoordeelt of de gelijke behandelingswetgeving is overtreden.

Krista neemt ons mee door de websites www.rechtspraak.nl en www.onderwijsgeschillen.nl en daarna kunnen we aan de slag met een casus die ze voor ons heeft uitgezocht. Daarbij is het ook goed om de cao voor het Primair onderwijs 2009 bij de hand te hebben. Hier staat alles in over arbeidsduur, formatiebeleid, dienstverband, salaris en nog veel meer. Deze cao is te vinden op www.poraad.nl.

Na de pauze hebben we het over de aansprakelijkheid van kinderen, het doen en nalaten van een kind en de aansprakelijkheid voor het personeel. De werkgever is in deze risico-aansprakelijk. Natuurlijk is er zoiets als ondeugdelijk gedrag van de werknemer. Hier is sprake van wanneer een werknemer een ernstig misdrijf heeft gepleegd (en daarvoor wordt veroordeeld). Belangrijk hierbij is wel of het misdrijf zich in de privésfeer van de werknemer heeft afgespeeld dan wel op de werkvloer en of de werkgever hierdoor schade heeft geleden. Is het misdrijf gepleegd ten nadele van de werkgever, collega’s en/of klanten van de werkgever, dan is dat ernstiger dan wanneer het plaatsvond ten nadele van vreemden.

Vervolgens is de leerplichtwet aan de beurt. Deze werd in 1969 ingevoerd en geldt voor iedereen die 5 jaar wordt tot aan het einde van het schooljaar waarin de leerling 16 jaar wordt. Uiteraard geldt dit voor iedereen die in Nederland woont. Thuisonderwijs geldt in principe niet als vervulling van de leerplicht. Echter, artikel 5 lid a en b van de Leerplichtwet geven nog een paar uitzonderingsgevallen.

Een belangrijk item is de informatieplicht naar de ouders toe. Voorop staat dat het belang van het kind niet geschaad mag worden en dat beide ouders, die belast zijn met het gezag over het kind, goed en op dezelfde wijze worden geïnformeerd

Het was al met al een zeer boeiende dag waar ik veel van opgestoken heb; ik weet nu waar ik de belangrijkste zaken moet opzoeken en waar ik informatie vandaan kan halen.